
Interview | Coronaview #3 - Hoe gaat het met... Janne Klügling en Frie Van Camp
Heel wat organisaties hebben het nu al een jaar lang moeilijk. Lasso wil met deze interviewreeks een inkijk geven in hoe diverse Brusselse spelers uit de sectoren cultuur, sociocultureel werk, jeugdwerk, welzijn en onderwijs omgaan met de coronacrisis en beschrijven welke impact dit heeft op hun structuur en werking. De bedoeling: van elkaar leren en elkaar inspireren. Deze keer is het de beurt aan Janne Klügling en Frie Van Camp van de educatieve dienst in het Joods Museum.
* De interviews in deze reeks zijn afgenomen op verschillende momenten in 2020 en 2021. Sommige uitspraken kunnen dus ingehaald zijn door de realiteit en de gewijzigde veiligheidsmaatregelen.
Lasso: Hoe kijken jullie als educatieve dienst van het Joods Museum terug op de beginperiode van deze pandemie?
Janne & Frie: De periode van stilstand vorig jaar bleek voor het museum een goed reflectiemoment. Na een evaluatie van het educatief programma namen we de beslissing om ook een mobiel museum te worden. Zo konden we scholen, organisaties en bedrijven voorstellen om tot bij hen te komen. De bedoeling was om onze bezoekers ook buiten het museum te kunnen verwelkomen. Bij de uitwerking van nieuwe zaken zoals het mobiel museum hebben we erop toegezien dat dit niet alleen tijdelijke projecten zouden zijn, maar dat ze structureel in onze werking kunnen geïntegreerd worden. In dat opzicht was de eerste lockdown een verrijkende periode die het museum goed heeft gedaan. Desalniettemin hadden we niet verwacht dat deze periode zo lang zou aanslepen.
Hoe liep dat mobiel museum voor scholen?
Bij het begin van het schooljaar waren we ervan overtuigd dat scholen volop een beroep zouden doen op ons mobiel museum. We hadden geïnvesteerd in materiaal en in onze gidsen, want een rondleiding in een klas is toch wat anders dan in een museum. Het leek een goed alternatief voor de onderwijsinstellingen, aangezien er veel leerachterstand in de klassen was. Leerkrachten en leerlingen zouden namelijk minder tijd verliezen aan de organisatie van een bezoek aan het museum. In oktober kregen we dan te horen dat er in de scholen geen derden meer op bezoek mochten komen. Sinds dit voorjaar mogen buitenstaanders weer de scholen binnen en zit de mobiele klas opnieuw in het aanbod van de educatieve dienst van het museum. Het is aan de scholen en de lokale overheden om te beslissen of ze op dat aanbod willen ingaan.

Tijdens de tweede lockdown eind 2020 zijn jullie gaan focussen op online workshops om jullie publiek te bereiken. Wat zijn daar de belangrijkste aandachtspunten?
Toen bleek dat we ons mobiel museum tijdelijk ‘on hold’ moesten zetten, zijn we gaan focussen op online workshops. We hebben iemand in dienst genomen die onze workshops getransformeerd heeft naar presentaties via Zoom. Toch merkten we na een paar pogingen dat de online workshops te statisch en weinig interactief waren. We zijn toen beginnen experimenteren, bijvoorbeeld met een chat-functie. Wat wel goed werkt, zijn de online bezoeken met gids via Zoom. Er is meer interactie omdat de bezoeker zijn of haar mening kan geven over de gevoelens die de werken oproepen, vragen stellen over wat er te zien is.
De online alternatieven staan stilaan op punt, maar een echt bezoek aan een museum vervangen, doen ze niet. Het is niet echt bevredigend.
- Janne & Frie
Zijn er nog andere initiatieven, projecten of activiteiten geweest waarmee jullie de afgelopen maanden geëxperimenteerd hebben?
Begin maart 2021 organiseerden we voor de eerste keer een leuke gegidste stadswandeling in Brussel, onder de noemer Jews and the city. We verdelen de deelnemers in groepjes van vier en elke deelnemer krijgt een hoofdtelefoon. Zo wordt een veilige afstand gegarandeerd en kan iedereen de gids goed horen. Daarnaast werkten we met een groep Nederlandstalige en Franstalige jongeren 4 zaterdagen rond antisemitisme en stereotypen. Dat resulteerde in een kleine virtuele tentoonstelling en een fotomagazine. Verder hebben we in de krokusvakantie 2021 deelgenomen aan Krokuskriebels. Dat is een initiatief van De Gezinsbond om meer gezinnen en families warm te maken voor een bezoek aan een museum. We hebben gekozen om ons te focussen op tieners van tien tot veertien jaar en hun families. Die activiteit hebben we ook gepromoot in Franstalig België, meer bepaald in samenwerking met La Ligue des familles.


Waren jullie tevreden met de opkomst?
We waren blij omdat het initiatief de doelgroep bereikte die we voor ogen hadden, maar we hadden meer deelnemers verwacht. We moeten er wel bij zeggen dat het museum toen enkel in het weekend open was voor individuele bezoekers – groepen konden op afspraak ook tijdens de week komen. We investeren veel energie en geld in allerlei nieuwe activiteiten, maar de zogenaamde ‘return on investment’ is pover. Voor ons project met de mobiele klas was er maar weinig vraag, ook niet van verenigingen. Misschien hebben we niet genoeg energie gestopt in de communicatie. We hadden meer tijd moeten vrijmaken om verenigingen en scholen te contacteren.
Wat hebben jullie het afgelopen jaar nog geleerd wat betreft de communicatie?
Het is duidelijk geworden dat nieuwsbrieven en flyers niet volstaan. Sociale media lijken ook niet altijd even effectief. Onze communicatieverantwoordelijke is voortdurend bezig met het updaten van onze kanalen op Instagram, Facebook, YouTube en sinds kort ook TikTok, maar we merken dat de meeste bezoekers van ons museum of deelnemers aan onze activiteiten geïnformeerd worden via onze website of via externe partners. Weet je wat nog het best werkt om reservaties te krijgen? Een ouderwetse mail vanuit ons persoonlijk mailadres naar de schooldirecteur en naar leerkrachten geschiedenis of levensbeschouwelijke vakken. En er duidelijk bij vermelden dat de activiteit gratis is!
Heeft de culturele sector intussen geleerd om beter in te spelen op de crisis?
We bewonderen de creativiteit van sommige personen, organisaties en culturele instellingen die alles uit de kast halen om de bevolking toch wat cultuur te bieden en zelfs wat inkomsten te verwerven, maar we blijven ons toch verbazen over de politieke onmacht van de culturele sector. Onze sector heeft zich vrij snel bij de situatie neergelegd, zonder zich al te veel vragen te stellen, oplossingen te bedenken voor nieuwe inkomstenmodellen of bezoekers te contacteren. Kortom, we hebben niet deelgenomen aan het politieke en maatschappelijke debat. Dat is de bevestiging voor wat men een post-politiek tijdperk noemt: het is niet de politiek die regeert, maar wel de consumptie, het grote geld en de privatisering. Onze maatschappij wordt gestuurd door het kapitaal. Het was toegelaten om met 200 mensen in een vliegtuig te stappen, maar een theaterzaal vullen, bleek te gevaarlijk...
Heeft deze crisis gevolgen gehad voor de werking en de teams van het Joods Museum?
We hebben nog nooit zo weinig individuele bezoeken en groepsbezoeken gehad in het museum, terwijl we nog nooit zo hard gewerkt hebben. Ons werk is verdriedubbeld: activiteiten vertalen naar online en mobiel, nieuwe ideeën bedenken voor workshops en educatieve programma’s, enz. Het is best interessant om nieuwe zaken te bedenken en sommige projecten kunnen op lange termijn verdergezet worden, maar het is soms frustrerend omdat de resultaten van die nieuwigheden vaak onder de verwachtingen blijven. Daarnaast zijn we voortdurend bezig met subsidies aan te vragen, met andere woorden berekeningen maken en dossiers schrijven. We moeten tot slot lijdzaam toezien hoe onze externe medewerkers en gidsen werkloos zijn. Kortom, het is een verschrikkelijke periode.
We hebben nog nooit zo weinig individuele bezoeken en groepsbezoeken gehad in het museum, terwijl we nog nooit zo hard gewerkt hebben.
- Janne & Frie
Wat verwachten jullie van de komende maanden?
We leven vooral in het heden, omdat het zeer moeilijk is om te voorspellen hoe de situatie in de zomer en de herfst er zal uitzien. We hopen alvast dat het een periode wordt waarbij de scholen en organisaties ons weer kunnen bezoeken. We denken ook na over welke plaats het virtuele moet innemen in ons museum en onze werking. Moeten we wel de virtuele kaart trekken nu iedereen zijn buik vol heeft van Zoom, online lessen en dergelijke? Voor deze crisis uitbrak, waren we van mening dat we meer moderne technologie en virtuele zaken in het Joods Museum nodig hadden, maar nu hebben we daar sterke twijfels bij.

Hoe zal de culturele wereld er volgens jullie na deze gezondheidscrisis uitzien?
In ons museum zullen er minder groepen over de vloer komen en de groepen zullen ook kleiner zijn per gids. Dat zal dus op onze werkingskosten wegen, maar aangezien de groepen beperkter zijn, zal het werk ook veel kwalitatiever worden. We hopen op genoeg steun van de overheid zodat het werk kwalitatief blijft en toegankelijk voor iedereen, dus ook voor diegenen die het niet kunnen betalen. De culturele sector moet de hand reiken naar de mensen. We hopen dat het meer een verhaal wordt van samenwerking in plaats van concurrentie. Kortom, dat de verschillende instellingen meer samenwerken op de inhoud en niet alleen kijken naar hoe ze meer bezoekers dan het jaar ervoor kunnen halen. Onze grootste vrees is dat de culturele sector meer elitair zal worden zoals dat 50 jaar geleden het geval was en ook dat, eenmaal deze crisis voorbij is, alles weer wordt zoals ervoor.