Via 'Kunstenaars in de klas' wil de VGC kunstprojecten stimuleren in het Nederlandstalig secundair onderwijs. Eén van die projecten is ‘Winkel over te nemen/Commerce à remettre’, een samenwerking tussen kunstenaars Lisa Matthys en Arno Boey en de jongeren van tienerschool Campus Kompas in Schaarbeek. Het project is breed van opzet: zowel erfgoed, woord, beeldende kunst, fotografie als literatuur komen erin aan bod. Wij waren nieuwsgierig naar wat er juist allemaal op poten gezet wordt in en rond deze nieuwe school. We hadden een gesprek met leerkrachten Rani Vandeperre en Joke De Schrijver en met Lisa Matthys, die het artistieke luik van het project coördineert.

Lasso: Rani en Joke, kunnen jullie de werking van de school even toelichten? En ook waarom jullie met de leerlingen van de B-stroom in dit project stapten?

Rani: De tienerschool binnen Campus Kompas bestaat sinds september 2021. We zitten op een nieuwe site in Schaarbeek waar we zowel de A- als de B-stroom aanbieden. Voor het eerste jaar B-stroom zijn we regelmatig op zoek naar boeiende samenwerkingen met externen. Dat is niet altijd makkelijk omdat de lessen met echte praktijkvakken pas vanaf de tweede graad starten, en het toch om een dertigtal leerlingen gaat. Joke en ik staan samen voor deze klas. We geven heel wat vakken samen en sommige apart. We kunnen dan ook makkelijk schuiven met lessen en zijn ook iets vrijer dan de A-stroomleerkrachten voor de concrete invulling van onze lessen. Lisa had al met een deel van onze leerlingen samengewerkt toen ze nog in de basisschool zaten. Het idee om op langere termijn iets met hen te doen en het project te laten doorstromen naar de tienerschool sprak ons meteen aan.

Lisa, hoe kwam het project tot stand?

Lisa: Vorig schooljaar deed ik een project met het vijfde en zesde leerjaar van de basisschool hier. Dat draaide rond het thema ‘winkel' omdat Gallait 80, de plek waar ik op uitnodiging van Tristero resideer, in een ver verleden een apotheek was. Via sociale media hebben we een oproep gedaan om foto’s en getuigenissen in te zamelen, over de winkels in de Gallaitstraat van weleer en de mensen die er werkten. Daar hebben we heel wat reactie op gekregen. Met de leerlingen hebben we vervolgens de foto’s nagespeeld: ze namen de poses van de oorspronkelijke winkeleigenaars aan en zochten de architecturale overeenkomsten op. Die ‘nieuwe’ scènes hebben we dan weer vastgelegd op beeld.


Ook hebben we een groot creatief stratenplan gemaakt met de oude foto’s en het nieuwe materiaal. Het eindresultaat hebben we in een tentoonstelling gegoten die tijdens GalaGallait te bezichtigen was. Dat is een terugkomend artistiek festival dat Tristero regelmatig organiseert in hun werkruimte in de Gallaitstraat. De hele school en alle ouders waren uitgenodigd om te komen kijken naar onze expo. Dat was een leuke afsluiter.

De jongeren verzamelden verhalen en uitspraken die ze van thuis kenden. Daar maakten ze vervolgens audiofragmenten mee, met wegwerpfototoestellen maakten ze ook beelden die er volgens hen bij horen. Met het proces willen we symbolen creëren die de ‘thuis’ en de thuistaal van de tieners voorstellen.

- Lisa Matthys

Dit schooljaar werk je samen met de tienerschool van Campus Kompas, ook kunstenaar Arno Boey is daarbij betrokken. Wat is het opzet van die samenwerking?

Lisa: We kregen de oproep van de VGC voor ‘Kunstenaars in de Klas’ in handen en zagen onmiddellijk het potentieel om iets met de tienerschool te doen. Bovendien zaten de leerlingen die deelgenomen hadden aan het project met de basisschool inmiddels in het eerste middelbaar. Het was een uitgelezen kans om op langere termijn met hen te werken. We wouden graag voortwerken rond de Gallaitstraat en haar verleden. Tijdens het project met de basisschool zagen we op de oude foto’s heel mooie lichtgevende reclameborden die vroeger de gevels van de winkels sierden. Dat inspireerde mij om rond symbolen te werken en nieuwe gevelreclameborden te maken. We baseerden ons daarvoor op een aantal ‘moodboards’ van de jongeren.

Werken rond taal is niet altijd vanzelfsprekend voor hen, waardoor de slogans op papier krijgen soms moeilijk liep. De hulp van iemand die “thuis” is in taal, zoals Arno, was dus zeer welkom. Nadat ik hem tijdens mijn residentie bij Gallait 80 ontmoette, vroeg ik hem of hij mee wou doen met het project. Samen met Arno verzamelden de jongeren verhalen en uitspraken die ze van thuis kenden. Daar maakten ze vervolgens audiofragmenten mee, met wegwerpfototoestellen maakten ze ook beelden die er volgens hen bij horen. Met het proces willen we symbolen creëren die de ‘thuis’ en de thuistaal van de tieners voorstellen.

Het project is nog volop aan de gang?

Joke: Het project loopt over het hele schooljaar. We voorzien telkens drie opeenvolgende dagen waarbij we heel de voormiddag, dus vijf lesuren, samen met de leerlingen en de kunstenaars aan het project werken. En dat drie keer gespreid over het schooljaar: in december, in maart en dan nog eind april of begin mei. De groep wordt telkens opgesplitst in twee groepjes van 14 leerlingen waarmee Arno en Lisa afwisselend samenwerken. Arno’s focus is taal, Lisa werkt meer op beelden.

Rani en ik zijn ook telkens bij één van de groepen aanwezig. We werken dus altijd in leerkracht-kunstenaartandem en vullen elkaar aan. Rani en ik zorgen voor een pedagogisch kader en waken erover dat de leerlingen voldoende betrokken en aandachtig blijven. Lisa en Arno vertalen onze ideeën naar concrete artistieke opdrachten, en zorgen voor de samenhang tussen alles waarmee we bezig zijn.

Lisa: Voor we aan het traject startten hebben we een aantal keer samengezeten om alles zo goed mogelijk voor te bereiden. De momenten met de leerlingen vragen namelijk heel wat voorbereiding van Arno en mij en zijn zeer intensief. Vooraf werken we verschillende scenario’s uit en regelen we dat het nodige materiaal tijdig op school is. Gelukkig staan Rani en Joke altijd klaar voor ons. Ze helpen om last minute oplossingen te vinden voor praktische problemen. En ze zijn ook altijd bij de workshops aanwezig. Het is fijn om samen te werken met gemotiveerde leerkrachten. Zoiets straalt af op het hele project!

Wat we van de leerlingen vragen is niet evident: het over je thuis hebben, nadenken over je identiteit en dat delen met je klas... Je moet jezelf blootgeven en daarvoor is het nodig dat iedereen zich ‘veilig’ voelt.

- Joke De Schrijver

Nemen alle jongeren even enthousiast deel? Dat ligt waarschijnlijk niet altijd voor de hand…

Joke: Inderdaad, niet alle leerlingen stonden te springen om mee te doen. Zeker in het begin waren er een aantal jongeren die aan de zijlijn bleven staan. Wat we van hen vragen is ook niet evident: het over je thuis hebben, nadenken over je identiteit en dat delen met je klas, de kunstenaars, de leerkrachten... Je moet jezelf blootgeven en daarvoor is het nodig dat iedereen zich ‘veilig’ voelt. Rani en ik deden bij alle ateliers mee en stelden ons zo ook kwetsbaar op; dat is belangrijk om vertrouwen op te bouwen en die veilige omgeving te creëren.

Gaandeweg hebben we alle leerlingen meegekregen. Ook omdat ze zagen dat het leuk was en dat er echt mooie resultaten ontstonden. Arno’s idee om te vertrekken van de thuistaal van de tieners heeft ervoor gezorgd dat wat we doen heel wat mensen persoonlijk raakt. Zo heeft hij met de leerlingen een radioprogramma gemaakt waarbij ze zelf de teksten, het scenario, de presentatie en zelfs de jingle verzorgden. Hij heeft ook gezorgd voor professioneel materiaal om dat allemaal te maken. Daar waren ze toch van onder de indruk en van de slag wouden ze allemaal meedoen!

Rani: Ik herinner me vooral ook de fierheid die de leerlingen hadden als ze het eindresultaat van de beeldende workshop met Lisa zagen. Ze hadden de opdracht gekregen om foto’s te maken van dingen die ze typerend vonden voor hun thuis. Dat kon hun kat zijn, of een voetbal of zelfs hun auto…. Daarvan werd dan een ets gemaakt en die werd vervolgens op Mica-papier afgedrukt. Er zaten echt prachtige resultaten bij! Je ontdekt toch andere talenten bij je leerlingen en dat leverde verrassende resultaten op. In het begin waren ze bang voor elkaars oordeel, maar de appreciatie voor hun eigen werkjes en de bewonderende blikken van de anderen zorgden uiteindelijk voor een succeservaring. Het zelfvertrouwen dat ze daaruit halen is zó belangrijk, zeker op deze leeftijd…

Samenwerken lijkt cruciaal voor jullie project, met kunstenaars, met leerkrachten, binnen de school, met de buurt…

Lisa: Inderdaad. Arno en ik werken altijd in duo met Joke of Rani. Dat is heel verrijkend en zorgt ervoor dat we gedifferentieerd en flexibel kunnen werken. En het is ook heel stimulerend dat Arno en ik onze ideeën bij elkaar kunnen aftoetsten. We kunnen ook terecht bij de kunstenaars van Tristero. Zij zorgen er telkens voor dat wat we doen zichtbaar wordt voor de buurt door het een plaats te geven op GalaGallait.

We hadden oorspronkelijk het idee om zelf een laagdrempelige winkelruimte te openen met de materialen die we gemaakt hadden, maar spijtig genoeg hebben we daar geen subsidies voor gevonden. Ondertussen hebben we alweer een nieuw idee: onze lichtreclameborden ook écht maken en aan de gevels in de Gallaitstraat ophangen. Dan wordt alles wat we doen ook zichtbaar voor de buurt!