
Interview | Xander Berbé
Stephanie Lemmens
In opdracht van Lasso ging storyteller Stephanie praten met mensen die aan inclusie timmeren. Bij Lasso doet niemand dat meer dan Xander Berbé. Xander is 33, woont in hartje Brussel en heeft een liefde voor kunst en cultuur. Als projectmedewerker stuurt hij Art Inclusive aan, als rolstoelgebruiker is hij ervaringsdeskundige.
Xander werkt inmiddels een jaar als projectmedewerker voor Art Inclusive. Toen hij de vacature van Lasso zag, wist hij meteen: “Dit is iets voor mij!” Hij neemt graag deel aan cultuur en vindt dat meer mensen met een beperking de kans moeten krijgen ook deel te nemen. Eerder werkte hij als communicatiemedewerker bij Onafhankelijk Leven, een organisatie die opkomt voor de rechten van mensen met een beperking. Hij wilde graag rond het thema ‘handicap’ blijven werken, maar vanuit een meer praktische invalshoek: “Lasso verliest zich niet in grote strategieën, maar kijkt in de praktijk naar hoe het beter kan. Hier focus ik op wat er concreet mogelijk is om mensen met een handicap meer te betrekken bij het culturele leven.”

De stap naar Lasso was dus snel gezet. “Ik geloof dat ik voor Lasso, en meer specifiek voor het project Art Inclusive, een meerwaarde ben, onder andere door mijn beperking.” Toch wil Xander dit niet overschatten: “Het is niet omdat ik in een rolstoel zit en weet wat er nodig is om cultuur toegankelijker te maken voor rolstoelgebruikers, dat ik daarom weet wat mensen met een andere beperking nodig hebben.”
Proeftuinen
Xander: “Bij de start van mijn job als projectmedewerker voerde ik veel gesprekken, zowel met cultuurhuizen als met welzijnsorganisaties. Sommige gesprekken waren eerder ter kennismaking, bij andere organisaties werkten we concreet samen, vaak in de vorm van een proeftuin. Bij zo’n proeftuin brengen we organisaties samen op basis van de noden van een groep mensen met een beperking. Denk bijvoorbeeld aan een traject met een organisatie die werkt met mensen met een beperking, en een cultuurhuis of kunstenaar.”
In mijn werk zie ik vooral organisaties die al goed bezig zijn of met veel enthousiasme aan verbeteringen werken.
- Xander Berbé
Zijn eerste proeftuin ontstond met Zonnelied. “Het mooie in dit traject was dat we iets konden organiseren voor een ‘moeilijke’ groep: mensen met een meervoudige beperking. Een groep waarvan je in eerste instantie denkt dat ze niet aan kunstbeleving kunnen of willen doen.” Een andere proeftuin was een samenwerking tussen Hubbie, een kunstenaar via Zinneke en leerlingen van het Atheneum Brussel. Het traject draaide rond Street Art in de Anneessenswijk. “De kunstenaar in kwestie had weinig ervaring met mensen met een beperking, maar was erg gemotiveerd en vond interessante invalshoeken om met de groep leerlingen en de deelnemers van Hubbie artistiek aan de slag te gaan.” Ook met Toop ontstond een samenwerking. Die startte met enkele kleine uitstappen: “De groep ging tijdens de herfstvakantie naar ‘Lijftijd’, een interactieve voorstelling op het Filemon-filmfestival. Het publiek moest een speciale trui aantrekken en kreeg via de film instructies om zichzelf en elkaar aan te raken via de stippen op de trui.” Een erg ludieke manier om met elkaar in interactie te treden, vertelt Xander.
Een lerend netwerk en inspiratiemomenten
Xander merkt op dat sommige cultuurhuizen al heel wat stappen zetten om hun organisatie of event toegankelijker te maken voor mensen met een beperking, en over veel kennis en expertise beschikken. “Vanuit Lasso zoeken we naar manieren om die informatie nog meer te delen met andere huizen en culturele actoren.”
Zo organiseert Lasso een lerend netwerk waarin cultuurwerkers en ervaringsdeskundigen, mensen met een beperking van Groep INTRO, nadenken over hoe cultuur toegankelijker kan worden. “Het lerend netwerk kwam afgelopen jaar verschillende keren samen. We zoeken nog naar de beste vorm om deze netwerken optimaal te laten werken, zodat de deelnemers maximaal inspiratie kunnen opdoen bij elkaar.”

Daarnaast organiseert Lasso ook ontmoetings- en inspiratiemomenten. “Zo brachten we culturele en welzijnsorganisaties en mensen met beperking samen in de KVS en organiseerden we een infosessie in de AB over toegankelijke communicatie. Eén van de onderwerpen was bijvoorbeeld: ‘Hoe brief je vrijwilligers, die vaak tijdelijk meewerken aan een project of festival, over hoe ze mensen met een beperking het best kunnen informeren en helpen?’”
Toegankelijkheid in de cultuursector
Volgens Xander is er in Brussel een kleine groep koplopers die sterk inzet op toegankelijkheid. Toch zijn er valkuilen, vertelt hij: “Sommige organisaties zeggen dat ze heel toegankelijk zijn, maar uiteindelijk blijkt dan dat hun infrastructuur of event enkel toegankelijk is voor rolstoelgebruikers, en dat er geen rekening wordt gehouden met mensen met andere beperkingen. Of ze maken er zich vanaf met één zinnetje op de website.” Maar Xander is vooral erg positief: “In mijn werk zie ik vooral organisaties die al goed bezig zijn of met veel enthousiasme aan verbeteringen werken.”
Op de vraag ‘Hoe onderscheiden de koplopers zich van de rest?’ benadrukt Xander dat zij de tijd namen en middelen investeerden om zich te laten begeleiden door deskundigen. Hij beaamt dat Lasso vaak de tip geeft om samen te werken met een organisatie die werkt met mensen met een beperking. “Zij zijn de echte ervaringsdeskundigen, die ervoor zorgen dat je niet altijd door je eigen bril naar je organisatie kijkt. Zo kun je jouw werking laten doorlichten door mensen met een beperking, of een voorstelling vanaf het begin uitwerken met hun input.”
Als organisatie hoef je niet van de ene op de andere dag op alle vlakken, voor iedereen toegankelijk zijn. Maar ieder jaar een stap in de goede richting zetten, kan wel!
- Xander Berbé
De koplopers worden volgens Xander gevolgd door een grote groep die deels toegankelijk is of nog onderzoeken hoe ze inclusiever kunnen werken. Zij hebben niet altijd de middelen of tijd om werk te maken van toegankelijkheid. Soms ligt de motivatie vooral bij één werknemer. Als Xander die laatste organisaties een tip zou mogen geven, dan is het om wel tijd vrij te maken en vanaf het begin na te denken over waar ze met hun organisatie op dit vlak naartoe willen. “Dat betekent niet dat je als organisatie van de ene dag op de andere op alle vlakken en voor iedereen toegankelijk moet zijn. Maar ieder jaar een stap in de goede richting zetten, kan wel!”
Een terugblik
Xander leerde afgelopen projectjaar een breed scala aan organisaties kennen: “Hoewel ik vrij actief ben in Brussel, ga ik vaak naar dezelfde plekken, terwijl er zoveel andere plekken zijn waar cultuur te beleven valt.” Tijdens zijn ontdekkingstocht stuitte Xander ook op obstakels. Maar hij leerde al doende en paste zijn aanpak aan. “In het begin stuurde ik organisaties een mailtje met de vraag of hun gebouw rolstoelvriendelijk is. Dit doe ik nu niet meer. Het scheelt een extra taak als ik een organisatie bezoek en het kan een extra motivatie zijn voor die organisaties om, bij gebrekkige toegankelijkheid, er meer werk van te maken of er via hun website duidelijker over te communiceren.” Kortom, een leerproces voor zowel Xander als de organisatie.

Vroeger vond Xander dat mensen met een beperking zelf meer moeite moesten doen om te integreren, maar daar denkt hij nu anders over. Door zijn rol bij Lasso raakt hij er steeds meer van overtuigd dat de samenleving moet veranderen, niet de mensen met een beperking. Zo heeft hij zich verder verdiept in inclusie en de drempels die mensen met verschillende beperkingen ervaren. Onder meer het boek ‘Handicap: een bevrijding’ van Anaïs van Ertvelde maakte veel indruk op hem. Dat boek klaagt aan dat de samenleving niet gemaakt is op maat van mensen met een handicap, maar wel voor zij die wel mobiel zijn, zij die geen beperking hebben.
Xander: “Als je zo lang en zoveel moeite moet doen om erbij te horen, om gezien te worden, dan geef je het inderdaad na een tijd op. Als naar een museum gaan vermoeiend is, dan doe je dat na een tijd niet meer. Als de samenleving daarentegen inzet op mensen met een beperking, wat die beperking ook mag zijn, dan krijg je automatisch een warmere, inclusieve samenleving voor iedereen.”