Op donderdag 6 juni 2024 vond Lasso 'Connect & Reflect' plaats. Tijdens dit tweetalige inspiratie- en netwerkmoment brachten we mensen uit allerhande sectoren samen die rond cultuurparticipatie (willen) werken. Het centrale thema van de dag was hoe kunst je werking kan ondersteunen, van projecten in de zorg tot kunst in de klas, van interventies in de publieke ruimte tot initiatieven binnen detentie… Mike Michiels van Kaos vzw kreeg er ook het woord en bracht onderstaand pleidooi voor kunst in de zorg.

Het beste ‘middel’ tegen stigma is de ‘ontmoeting’. Onbekend is onbemind zegt men. Ik zou eigenlijk nog een stap verder willen gaan: onbekend is vaak ‘te veroordelen’. Niet zelden worden we beïnvloed door informatie die we zelf niet konden aftoetsen. We vergaren onze informatie door te lezen, tv of internet te kijken, radio of podcasts te luisteren, via sociale media of hebben iets ‘horen zeggen’. Allemaal goede manieren om je te informeren en van daaruit een eigen mening te proberen vormen. Ware het niet dat deze mechanismen soms al dan niet doelbewust gebruikt worden om een publieke opinie, en bijgevolg ook vaak je eigen ideeën, te beïnvloeden.

In een grootschalig onderzoek dat de Koning Boudewijnstichting enkele jaren geleden voerde concludeerde men dat ‘framing’ een belangrijke rol speelt in hoe we naar onze medemens kijken. Enkele oordelen en vooroordelen die op ‘groepen’ mensen geplakt worden:

  • “Iemand die depressief is heeft gewoon niet genoeg karakter”
  • “Iemand met een psychose zal vast teveel drugs gebruikt hebben”
  • “Iemand met schizofrenie heeft een gespleten persoonlijkheid en is een gevaar voor de maatschappij”

En zo kan je nog een tijdje doorgaan. Dit alles klopt meestal niet en breng een grote lijdensdruk mee voor mensen die het vaak al hard te verduren krijgen.

We verwachten van onze residenten geen nieuw werk op het einde van de residentie en dwingen ze niet om workshops te geven. De focus ligt op tijd, ruimte en ontmoeting.

- Mike Michiels

Als je iemand ‘ontmoet’ kunnen deze vooroordelen bijgesteld worden. In gesprek gaan met iemand en/of samen activiteiten doen, kan voor een verschuiving zorgen. Vanuit positieve ervaringen in een niet-alledaagse context merken we dat niet enkel het beeld van de ‘ander’ aangepast wordt maar dat er ook interessante vragen over de eigen persoon gesteld worden.

Onze residenties leggen de focus op een proces en niet op een product. We verwachten van onze residenten geen nieuw werk op het einde van de residentie en dwingen ze niet om workshops te geven. De focus ligt op tijd, ruimte en ontmoeting. Samen koffie drinken is een ideale voedingsbodem om elkaar te ontmoeten, van mens tot mens.

Niet zelden ontstaan vanuit deze ontmoetingen samenwerkingen, soms ook op de langere termijn, en nieuw werk, presentaties en vriendschappen.

Hoe krijgen deze residenties vorm?

Sinds 2015 experimenteren we met deze kunstenaarsresidenties binnen het Psycho-Sociaal Centrum Elsene. Die bestaan in twee vormen: de werkresidenties en de verblijfsresidenties. Bij de eerste komt de kunstenaar gedurende een bepaalde tijd werken in het gedeelde atelier en de open ontmoetingsruimtes in het PSC. Er wordt een loon voorzien en een klein productiebudget voor artistieke experimenten.

Bij de verblijfsresidenties neemt de resident gedurende twee maanden zijn intrek in een kamer van een Beschut Wonen-huis. Dit is een vorm van psychiatrische hulpverlening waarbij de bewoner een kamer of appartement huurt van Beschut Wonen en waarbij er begeleiding voorzien is op alle mogelijke levensvlakken, afhankelijk van de nood. KAOS beschikt over een kamer in een gemeenschapshuis met zeven volwassenen met een psychotische kwetsbaarheid. Ze delen een living, keuken, badkamers en tuin. Daarnaast krijgen ze de sleutel van het atelier en kunnen zich in de gemeenschappelijke ruimtes begeven. De vaak internationale kunstenaar wordt halftijds betaald, ontvangt een productiebudget, een reisbudget en wordt begeleid.

Deze begeleiding speelt zich op twee sporen af:

  • enerzijds is er het artistieke traject. Hoe verloopt het artistieke onderzoek?
  • daarnaast spitsen we meer toe op het verblijf in de specifieke context van een psychiatrische setting. Wat valt op? Hoe ervaar je dit? Wat is er onduidelijk?

Kunstenaars dienen een dossier in op basis van open calls die we via gerichte kanalen lanceren. Hun portfolio, cv en vooral ook de reden waarom ze in een dergelijke context in residentie willen komen worden getoetst. We vragen ook een werkplan, wetende dat dit wellicht het eerste is dat overboord wordt gegooid zodra ze bij ons aan de slag gaan. Het is echter belangrijk voor ons om een inschatting te kunnen maken over de motivatie en doelstellingen van de kunstnaars om bij KAOS te werken.

De taal waarmee gesproken wordt is erg belangrijk als het over stigma gaat. Wanneer ben je te ‘hard’? Welke alternatieven zijn er? Maar evengoed stellen we ons de vraag wanneer je te veel verdoezelt? Want moeten de dingen soms ook niet helder benoemd worden?

- Mike Michiels

Bij kunstenaars die aangeven zelf een psychische kwetsbaarheid te hebben, gaan we ook het gesprek aan over de eventuele aandachtspunten of extra zorg die zij hiervoor wensen. We merken zelf dat we hiervoor als kunstorganisatie soms de nodige flexibiliteit dienen te hanteren en proberen ook voldoende opties te creëren in onze agenda.

En wat met de ‘patiënten’?

Vaak vraagt men naar de plaats van de patiënten binnen dit geheel. Wat halen zij er uit? Wat zijn de voordelen voor hen?

Allereerst wil ik zeggen dat we het woord ‘patiënt’ zelf niet vaak gebruiken. De taal waarmee gesproken wordt is erg belangrijk als het over stigma gaat. Het is ook voor ons een voortdurende zoektocht naar de juiste woorden. Wanneer ben je te ‘hard’? Welke alternatieven zijn er? Maar evengoed stellen we ons de vraag wanneer je te veel verdoezelt? Moeten de dingen soms ook niet helder benoemd worden?

Ook het denken in ‘groepen’ is een gevoelig punt. Het opdelen van mensen in groepen is een zoektocht naar helderheid: man, vrouw, hetero, homo, ziek, gezond, psychisch kwetsbaar, jong, oud en ga zomaar verder. Dit schept duidelijkheid en kan ertoe leiden dat sommige mensen bepaalde hulp krijgen, anderen kansen, zich ergens geborgen kunnen voelen en ga zo maar door… Vergeten we echter dat in deze groepen ook individuen zitten met elk hun eigen particulariteiten en worden deze groepen tegen elkaar uitgespeeld in een ‘wij’-‘zij’-denken dan verzanden we vrij snel in polarisering en uitsluiting.

Met onze residenties en andere projecten duwen we tegen de verschillende muurtjes die mensen van elkaar scheiden.

Naar andere kunst- en gezondheidsorganisaties toe doen we dit door vanuit samenwerkingen kritische vragen te stellen en samen te zoeken naar antwoorden. Nadat we een aantal jaren hebben kunnen experimenteren en onze residentiewerking hebben kunnen uitbouwen binnen het PSC Elsene, zijn we vorig jaar gestart met residentiewerking i.s.m. andere psychiatrische zorginstellingen. Zo is er een zomerresidentie bij Albe in Kapellen, hebben we een jaarlijkse samenwerking voor drie residenties in Elsene met workspacebrussels en sloten we net twee open calls af die we lanceerden voor gezamenlijke residenties bij Yellow Art en het OPZ te Geel. We zijn nog met twee andere organisaties in gesprek voor het opstarten van residentieplekken in 2025.

We geloven sterk in een zachte en positieve manier om van binnenuit organisaties te bevragen en aan te moedigen om stil te staan bij hun manieren van werken en omgaan met mensen. Dit zowel binnen het kunstenveld als de zorgsector. Kunstenaars zijn hier vaak goede gesprekspartners en kunst een goede indicator.

Een maatschappij waar geen ruimte is voor kunst, kunstenaars, creativiteit en schoonheid dreigt zichzelf te vernietigen. Het aanwezig stellen hiervan in scholen, bedrijven, administraties en zorgcontexten zonder deze persé te instrumentaliseren is van essentieel belang om een maatschappij en z’n bewoners van de nodige zuurstof te voorzien.