Op 14 juni 2022 vond de eerste Lasso 'Connect & Reflect’ plaats. Tijdens dit tweetalig inspiratie- en netwerkmoment bracht Lasso professionals en vrijwilligers samen om uit te wisselen over cultuurparticipatie in het diverse, meertalige Brussel. De presentatie was in handen van Eva Kamanda. Zij begeleidde o.a. een panelgesprek over cultuurparticipatie in een snel veranderende samenleving. Aan het woord kwamen Nabil Atchakhou (Jeugddienst Anderlecht), Seppe Baeyens (vzw Leon), Audrey Leboutte (Zinnema) en Stéphanie Masuy (Museum van Elsene). In dit artikel hernemen we de belangrijkste inzichten en conclusies van dat gesprek.

Iedereen was het erover eens: de stem van jongeren kan en moet beter vertegenwoordigd worden in het Brusselse culturele landschap. Want hoewel het Brussels Gewest een zeer jonge bevolking heeft, richt het culturele aanbod zich in grote mate op volwassenen. Toegegeven: er zijn organisaties die specifiek projecten ontwikkelen voor en door jongeren. Maar dat mogen er gerust meer worden, want heel wat jongeren willen engagement opnemen en hun stem laten horen via cultuur. Op artistiek vlak lijkt er wel beterschap. Programmatoren geven meer en meer blijk van interesse door jonge Brusselse kunstenaars, vaak van zeer diverse origine, te laten doorstromen naar grote podia.

Inzetten op een mix van mensen

Kansen geven aan jonge Brusselaars is cruciaal voor de Brusselse culturele sector, en bij uitbreiding voor heel het maatschappelijk leven. In dit kader moet gestreefd worden naar diversiteit: de werking van onze gesubsidieerde organisaties moet idealiter een weerspiegeling zijn van onze maatschappij. Om dit te bewerkstelligen moet bewust ingezet worden op het bereiken van een mix van mensen, zowel als toeschouwer, kunstenaar, medewerker, vrijwilliger. En zoiets kan enkel als mensen zich herkennen in de culturele organisaties.

Bottum-up werken dus, waarbij je bewust op zoek gaat naar de stem van iedereen die je bij je organisatie wilt betrekken. Dat geldt zeker voor jongeren, een groep die niet makkelijk zelf op een organisatie zal afstappen om te vragen of ze er een plek kunnen krijgen. Vaak zitten er immers veel drempels in de weg. Spreek hen dus zelf aan op een open, gelijkwaardige manier. Leg uit wat je doet, waarom je met hen in gesprek gaat, welk engagement je van hen verwacht... en luister naar wat zij te vertellen hebben.

Opbouwen van een vertrouwensband

Zorg voor een vrijblijvend kader en bouw vertrouwen op voordat je het gesprek aangaat met bewoners en jongeren uit de buurt. Zinnema, een huis voor amateurkunstenaars in Anderlecht, kiest er bijvoorbeeld bewust voor een open huis te zijn voor de buurt en voor jongeren uit de omliggende scholen. Ze kunnen er gewoon binnenwandelen en vrienden ontmoeten, zonder dat er verwachtingen zijn of engagementen opgenomen moeten worden. Binnen deze vrije context ontdekten een aantal jongeren een piano die er stond en downloadden ze een app om te leren pianospelen. De jongeren die er al wat meer vertrouwd mee waren, zetten hun vrienden op weg.

Dit soort situaties zorgt voor kansen om een gesprek aan te knopen en een band op te bouwen. Vervolgens kunnen de jongeren hun vrienden en kennissen aanspreken, waardoor je op termijn via-via een grotere groep bereikt. Er zijn wel enkele kanttekeningen, want ook in een vrijblijvend kader dienen soms grenzen afgebakend te worden. Bovendien moet je ook waakzaam zijn dat het niet telkens dezelfde mensen zijn die je bereikt, om ervoor te zorgen dat de groep kan uitbreiden. Vaak vraagt het heel wat creativiteit en flexibiliteit om telkens opnieuw op zoek te gaan naar manieren om andere groepen of individuen te bereiken.

Inzetten op samenwerkingen op lange termijn

Het onderwijs blijft uiteraard een goede plek om grote groepen jongeren te bereiken. En ook bij een samenwerking tussen een culturele organisatie/kunstenaar en een school is een basishouding van gelijkwaardigheid essentieel. Niet enkel naar de jongeren toe maar ook tussen volwassenen: cultuurwerkers en leerkrachten moeten elkaars expertise erkennen en de pedagogische, culturele en artistieke krachten bundelen.

Cruciaal is dat er binnen de school een draagvlak is om een project uit te werken. Daarvoor moet er vooraf écht geinvesteerd worden in het gesprek met elkaar aangaan, en moeten het volledige schoolteam en de leerlingen betrokken worden bij het project. Ook hier speelt het opbouwen van een vertrouwensband een belangrijke rol. Seppe Baeyens & Leon vzw bouwden zo een duurzame relatie op met de Cardijnschool in Anderlecht. Al vijf jaar worden er samen met leerkrachten en leerlingen dansprojecten opgezet. Inmiddels werd dans zelfs geïntegreerd in het curriculum en blijft de samenwerking. Momenteel wordt een traject opgezet met leerlingen én ouderen.

Het Museum van Elsene zet eveneens sterk in op het creëren van vertrouwen. Medewerkers bezoeken regelmatig scholen en organisaties in de buurt. Dat gebeurt deels door omstandigheden - het museum is tot 2024 gesloten wegens verbouwingen - maar vooral om de context te leren kennen waarbinnen de leerkrachten of begeleiders werken. Binnen het Franstalig onderwijs bestaat het initiatief PECA – Parcours d'Education Culturelle et Artistique, om zoveel mogelijk scholen te stimuleren duurzame samenwerkingen aan te gaan rond kunst en cultuur. Extra middelen zijn beperkt, maar je merkt wel dat het de culturele sector mobiliseert om in zee te gaan met onderwijsinstellingen. Omgekeerd gaan scholen ook sneller op zoek naar een culturele of artistieke partner.

Maatwerk werkt

Wat bij al deze initiatieven opvalt, is dat samenwerken gebaseerd is op maatwerk en op duurzame relaties. Er wordt meer ingezet op processen waarbij de focus ligt op hoe een cultureel of artistiek project verloopt en welke intermenselijke relaties het meebrengt, zelfs al geeft dat geen garanties op een specifiek eindresultaat. Door het creëren van vertrouwen, door écht naar elkaar te luisteren en door rekening te houden met ieders mening, zorg je ervoor dat deelnemers zich mede-eigenaar voelen. En dat is belangrijk! Want als het onze ambitie is om zoveel mogelijk mensen te laten participeren aan kunst en cultuur in Brussel, dan moeten we iedereen het gevoel geven dat hun mening ertoe doet, en dat er effectief rekening mee gehouden wordt. We moeten ervoor zorgen dat sociale drempels zoveel mogelijk weggewerkt worden, zodat iedereen de kans krijgt om iets te creëren. En dat kan enkel door samen te werken, over generaties, gemeenschappen en sectoren heen.

Fotos: Simon Blackley