Het Kunstenfestivaldesarts en inclusie
Beatriz Klewais
Met het project Art Inclusive wil Lasso drempels rond cultuurparticipatie wegwerken voor personen met een beperking. In dit kader gingen we een samenwerking aan met drie festivals: het Kunstenfestivaldesarts, Plazey en het Theaterfestival. Allen formuleerden ze een wens om actief aan de slag te gaan rond inclusie. Lasso organiseerde daarop een screening op toegankelijkheid, in samenwerking met de ervaringsdeskundigen met een beperking van HandiKNAP. Na afloop gingen we in gesprek met Emilie Kabongo, publiekswerkster bij Kunstenfestivaldesarts (KFDA).
Foto © Francoise Robert
Lasso: Hoe kijken jullie als festival naar inclusie?
Emilie: Het festival vond voor het eerst plaats in 1994, in 2013 kreeg publiekswerking een plek binnen de organisatie. De toenmalige communicatiemedewerker stelde vast dat het festival een zeer specifiek publiek van programmatoren aantrok, naast mensen met een bepaalde kennis van podiumkunsten. Met de publiekswerking willen we dat publiek verbreden. De uitdaging als publiekswerker is ervoor te zorgen dat een festival, dat zo verspreid is over de stad, ook door diezelfde stad toegeëigend kan worden. Dat kan op verschillende manieren: door voorstellingen toegankelijker te maken, randprogrammatie te voorzien of het aanbod te verbreden. Waarbij dan ook gereflecteerd moet worden over wat de normen zijn om een voorstelling bij te wonen en hoe we de bijhorende drempels kunnen verlagen.
We experimenteerden recent ook met relaxed performances, maar het is niet omdat je die aanpassingen doet dat het publiek automatisch volgt. We bieden bijvoorbeeld al drie jaar op rij een selectie aan van voorstellingen in gebarentaal, maar het was dit jaar pas voor het eerst een succes bij ons Franstalige publiek.
- Emilie
Kan je een voorbeeld geven van hoe je drempels verlaagt?
Het makkelijkste voorbeeld is de financiële drempel. Zo werken we samen met Article 27, paspartoe en ticket solidair, een principe waarbij elke persoon die een ticket koopt 1,5 euro kan doneren. Die som gaat naar een pot waarmee we tickets kunnen toekennen bij individuele vragen. We zijn er ons echter van bewust dat ook daar een drempel kan zitten, wanneer mensen ons moeten aanspreken om zo’n solidariteitsticket aan te vragen.
Hoe proberen jullie toegankelijk te zijn voor personen met een beperking?
We zetten al een aantal jaren in op gebarentaal en audiodescriptie. We experimenteren recent ook met relaxed performances. Bij die voorstellingen worden een aantal drempels weggenomen rond geluid, licht en beweging. Zo hopen we toegankelijker te zijn voor mensen die een meer ontspannen omgeving vereisen voor een voorstelling. Maar het is niet omdat je die aanpassingen doet dat het publiek automatisch volgt. We bieden bijvoorbeeld al drie jaar op rij een selectie aan van voorstellingen in gebarentaal, maar het was dit jaar pas voor het eerst een succes bij ons Franstalige publiek. Het Nederlandstalige dove en slechthorende publiek bereiken blijft moeilijk. We onderschatten vaak nog dat het bijwonen van een voorstelling, veel praktische organisatie vergt van dit doelpubliek. Om in de programma’s opgenomen te worden in braille moet je bijvoorbeeld al vier of vijf maanden op voorhand je programma kennen en doorgeven. Ook de dagen en uren waarop een voorstelling vertoond wordt moeten nog beter afgestemd worden.
Als festival zijn we voor de fysieke toegankelijkheid ook erg afhankelijk van de verschillende locaties waar onze voorstellingen plaatsvinden. Soms zijn kleine aanpassingen mogelijk, al zijn die vaak tijdelijk en beperken die zich tot bijvoorbeeld een oprijplaat voor rolstoelgebruikers.
Het festival toegankelijk maken voor personen met een mentale beperking is een nog groter struikelblok. Niemand binnen ons team is hiervoor tot nu toe opgeleid, dit publiek bereiken we amper of we weten het niet. Op dat vlak zijn we weinig toegankelijk, dat is zeker een werkpunt. Je kan bepaalde barrières wegwerken maar de voorstelling die je programmeert moet ook cognitief toegankelijk zijn.
Doen jullie extra inspanningen om personen met een beperking naar het festival te krijgen?
Dat is zeker noodzakelijk: als er vanuit het KFDA geen benadering is, dan bereiken wij het publiek voor audiodescriptie en gebarentaal ook niet. Onthaal en begeleiding zijn erg belangrijk; enkel bewegwijzeren is onvoldoende. Het voelt als publiekswerker oncomfortabel om een groep eerst aan te trekken en vervolgens niet de gepaste verwelkoming te kunnen geven. Op termijn willen we hier extra inspanningen leveren. Zo willen we voorzien dat onze onthaal- en publiekwerkers een basis hebben van Vlaamse en Franse gebarentaal.
Tijdens de laatste editie merkten we dat bij het onthaal idealiter een aparte, rustige ruimte hoort. Sommige mensen ervaren in de drukte immers erg veel stress. Voor de ene persoon is een theaterbezoek heel normaal en comfortabel, voor anderen is dat niet zo. Zo’n ruimte kan helpen om een deel van die intimiderende indrukken te verzachten.
Wat ik ook interessant vind, is de impact zien van een voorstelling waarbij inclusie deel uitmaakt van het artistieke project. Het is de rol van de publiekswerking om festivalprogrammatoren te vragen hierbij stil te staan en bewuste keuzes te maken.
- Emilie
Vanuit publiekswerking proberen jullie groepen naar voorstellingen te halen in verschillende Brusselse kunsthuizen. Hoe worden die groepen daar vervolgens onthaald?
Dat hangt af van de samenwerking met het kunsthuis in kwestie. Huizen waarmee we een coproductie hebben zijn erg betrokken. Dat maakt een groot verschil. Sommige huizen hebben dan weer weinig ervaring hebben met bepaalde doelgroepen of vergeten wat er allemaal bij komt kijken. Het is ook erg afhankelijk van het beleid rond publiekswerking, en dat varieert sterk.
Waar willen jullie in de toekomst nog op inzetten?
We blijven experimenteren, zoals met de relaxed performance. We hebben intern heel wat gediscussieerd over de vorm waarin we dit aanbieden, en of we slagen in ons opzet. We willen hier alvast in groeien en dit gradueel meer gaan aanbieden, in verschillende vormen. Wat voor de ene persoon werkt, werkt namelijk niet voor de andere. Inclusie heeft ook zijn limieten…
Wat ik ook interessant vind, is de impact zien van een voorstelling waarbij inclusie deel uitmaakt van het artistieke project, en voorstellingen waar maatregelen worden toegepast om zo drempels weg te werken en de voorstellingen in kwestie inclusiever te maken. Het is de rol van de publiekswerking om festivalprogrammatoren te vragen hierbij stil te staan en bewuste keuzes te maken. Beetje bij beetje komt het los maar er is nog veel werk om drempels te verlagen, opdat mensen met een beperking optimaal (podium)kunsten kunnen ervaren.