Lasso zag het licht in 2006. Inmiddels bestaat de vzw meer dan 15 jaar. Vijftien jaar waarin er heel wat veranderde op het gebied van cultuurparticipatie en doorheen de verschillende sectoren waar Lasso mee werkt. In dit interview gaat Leen De Spiegelaere (MetX) dieper in op de evoluties binnen de kunstensector.

MetX is een huis van en voor muziekmakers. In samenwerking met artiesten van allerlei slag creëert de organisatie bouwstenen voor groepen, evenementen en educatieve processen. MetX profileert zich als Brussels productiehuis voor grootstedelijke muziek.

Lasso: Kan je jezelf even voorstellen?

Ik ben Leen. Sinds 2018 werk ik als algemeen directeur bij MetX, een productiehuis voor grootstedelijke muziek. Wij zetten muziekprojecten op waarbij we vertrekken van wat er leeft in de stad en brengen we verschillende tradities en muziekstijlen samen. Daar gaan we op een participatieve manier mee aan de slag. Zo ontstaan vervolgens nieuwe muziekstijlen en evenementen voor de stad. Het is mijn taak om de artistieke visie te bewaken en alles achter de schermen draaiende te houden. Voor ik bij MetX werkte, coördineerde ik 10 jaar lang het Brussels Kunstenoverleg (BKO). Zowel voor BKO als MetX was en is het transversale, het samenwerken we met andere sectoren, erg belangrijk.

Wat is het belang van cultuurparticipatie voor MetX?

Participatie is één van de centrale doelstellingen in het MetX-verhaal. Natuurlijk is er bij muziek vaak wel een beetje voorkennis nodig, vooral als het gaat over het bespelen van bvb blaasinstrumenten. Er is altijd wel een leider of begeleiding nodig, misschien meer dan bij andere kunstdisciplines. Je kan dus nooit echt van een volledig wit blad vertrekken. Participatie vind je bij ons dan ook terug op alle vlakken en op heel verschillende niveaus.

De Fanfakids, een percussiegroep van kinderen en jongeren, is ons meest participatieve project. De kinderen beslissen autonoom wat ze gaan spelen en begeleiden zichzelf bij de concerten. Het is een peer-to-peer learning systeem waarbij de jongeren lesgeven aan de kinderen. Dat is het ene uiterste van het participatiespectrum. Bij onze projecten met volwassenen komt participatie op een andere manier tot uiting, door het samenbrengen van verschillende muziekvormen en het leren kennen van elkaars muziekstijl.

© Sien Verstraete

De komende drie jaar onderzoekt zangeres Laïla Amezian bijvoorbeeld de Chaabimuziek, een populaire muziekstijl dat vooral gezongen werd door vrouwen in Marokko. Ze onderzoekt waar het vandaag nog terug te vinden is in Brussel en hoe we het naar de podia kunnen brengen. Voor dit project werken we zowel met professionele muzikanten als met GC De Vaartkapoen, waar we een nieuwe Chaabigroep opstarten ism de vrouwenwerking.

Een andere evolutie is het vervagen van sectoren, of eerder het over sectoren heen werken dat iets meer ingeburgerd is. Waar het vroeger uitzonderlijk was dat een jeugdhuis ging samenwerken met een cultuurhuis, lijkt dat vandaag iets couranter geworden.

- Leen De Spiegelaere

Wat zijn voor jou de belangrijkste evoluties binnen de kunstensector?

Vijftien jaar geleden was werken rond participatie iets nieuws en werd er vertrokken vanuit drempels die mensen ervaarden om toegang te hebben tot een aanbod. Zowel bij Lasso als bij de cultuurhuizen werd er onder loep genomen welke specifieke doelgroep we wilden bereiken, welke drempels hiervoor weggewerkt moesten worden. Ik heb de indruk dat ‘participatie’ inmiddels iets meer integraal deel is geworden van de kunstensector, dat men verder kijkt dan die drempels en dat het meer gaat om een soort van uitwisselingsdynamiek creëren. Participatie heeft ook een ruimere invulling gekregen dan louter toeleiding naar een aanbod. Er is openheid voor wat andere groepen kunnen aanbrengen. We zijn aan het evolueren naar een inclusievere manier van werken.

Een andere evolutie is het vervagen van sectoren, of eerder het over sectoren heen werken dat iets meer ingeburgerd is. Waar het vroeger uitzonderlijk was dat een jeugdhuis ging samenwerken met een cultuurhuis, lijkt dat vandaag iets couranter geworden.

Welke evoluties merk je bij MetX?

Luc Mishalle richtte MetX in de jaren ’80 op om vanuit verschillende muziekstijlen nieuwe muziek te maken. In het begin werd er veel samengewerkt met de Marokkaanse gemeenschap. Dat was toen een unicum: Luc en MetX hadden een enorme voortrekkersrol in het samenbrengen van allerlei muziektradities waarmee ze ook naar de podia trokken. Ondertussen zijn zo'n initiatieven wat meer ingeburgerd, maar hoewel we geen voortrekkersrol meer hebben, lijkt niemand het echt te hebben overgenomen.

Participatie zat altijd spontaan in het DNA van MetX door onze manier van werken. Maar daarover wordt de laatste jaren meer nagedacht. Het is wat meer getheoretiseerd, het heeft ondertussen een kader gekregen. De laatste vier jaar hebben we ingezet op het delen van methodieken en op het aangaan van partnerschappen. Ook werken we nu samen met onze buren van de Hoofdstedelijke Kunstacademie, zodat leerlingen het vak ‘samenspel’ kunnen doen bij MetX. Voorts worden er links gelegd met de grote huizen. Onze methodiek is niet echt veranderd, maar wordt wel meer benoemd of gekaderd.

© Camille Simon
© Karolina Maruszak


Een andere evolutie is dat we de publieke ruimte een centrale plaats geven binnen het werken rond participatie. Publieke ruimte is een integraal onderdeel voor ons dat we ongelofelijk bespelen. Eigenlijk is het daar waar het gebeurt. Publieke ruimte is beperkt, iedereen wil de plek waar we samenkomen invullen. En omdat we met zovelen zijn, moet er steeds een nieuwe invulling gegeven worden aan die ruimte. Dit doen we best samen, en MetX doet dat met muziek als vertrekpunt. Daar willen we de komende jaren extra op inzetten met onze projecten.

Is er veel ruimte voor experiment?

Soms wel, soms niet, afhankelijk van de beschikbare middelen. Onze participatieve werking stond de laatste twee jaren op een laag pitje. Tijdens de pandemie was onze grootste bezorgdheid onze professionele muzikanten aan het werk te kunnen houden. Bijgevolg hebben we minder kunnen experimenteren op gebied van participatie. Maar we staan altijd open voor nieuwe methodieken en proberen naast onze vaste projecten ook ruimte te creëren voor nieuwe ideeën van muzikanten. Binnen de vaste projecten zoeken we ook naar verbeteringen van daaruit en werken we toe naar evenementen op maat.

De hele kunstensector is tijdens de pandemie altijd wat opzijgeschoven. Ik vraag me af wat zoiets eigenlijk te betekenen heeft.

- Leen De Spiegelaere

Hoe zie je de toekomst van de kunstensector tegemoet?

Ik ben er toch wat angstig over. Er is een soort spanningsveld, enerzijds tussen waar we als stad of als sector naartoe willen, en anderzijds het beleid dat vooral aan Vlaamstalige zijde de complexe context van Brussel niet helemaal naar waarde lijkt te schatten. Zullen ze dan de werking van MetX ook naar waarde kunnen beoordelen, daar maak ik me wat zorgen om.

De hele kunstensector is tijdens de pandemie altijd wat opzijgeschoven. Ik vraag me af wat zoiets eigenlijk te betekenen heeft. We gaan hier als sector mee rekening moeten houden in de toekomst. Verder voelen we een tweestrijd aankomen die ons zal dwingen keuzes te maken. Trekken we de kaart van Brussel of die van Vlaanderen? In ons dagdagelijkse werk zouden we moeten kunnen loslaten of we met een maison de jeunes of een jeugdhuis werken, maar binnen de huidige beleidsstructuur staat zoiets gelijk aan jezelf in de voet schieten.

Wat brengen de komende jaren voor MetX?

We wachten momenteel vol spanning op de beoordeling van ons dossier. In ieder geval willen we verderzetten waar we mee bezig zijn, zoals bijvoorbeeld focussen op de publieke ruimte. Tegen 2025 zouden we graag vier evenementen opzetten in de publieke ruimte. Eén per seizoen, telkens met een eigen universele symboliek. Eén van die evenementen is bijvoorbeeld Dia De Muertos, dat we een aantal jaren geleden opgestart hebben met een Mexicaanse muzikantengroep. Een 'eren van de doden' dat we willen opentrekken naar verschillende tradities en nieuwe vormen, en willen laten interageren met de stad.

© MetX

Daarnaast staan er nog een aantal projecten op stapel met een bepaalde muzikale traditie als startpunt zoals het Chaabi Habibi-traject. Gedurende een bepaalde periode willen we daar dan zowel op professioneel als participatief vlak rond werken. We staan eigenlijk wat on hold dit jaar, terwijl we daarvoor eigenlijk ook al een tijdje on hold stonden. Sowieso kan ik tot juni geen grote beslissingen nemen. We shall see.

Welke ondersteuning denk je in de toekomst nodig te hebben?

Netwerken en belangenbehartigers zijn nodig. Ik vind het belangrijk dat er organisaties zijn die je pushen om verder te denken dan je eigen organisatie. Met mijn overstap van een netwerk naar MetX merkte ik hoe snel je enkel met jezelf bezig bent. Het werkt inspirerend als er dan iemand is die af en toe een evenement organiseert of een nieuwsbrief verstuurt.

Heb je nog een wens voor cultuurparticipatie?

Ik hoop dat wij als organisatie in de toekomst nog meer gekozen worden omwille van een inherente interesse en gelijkwaardigheid, in plaats van "we moeten iets doen rond participatie en muziek, we zullen MetX eens bellen". Verder hoop ik dat de investering die bij artistieke participatieve projecten komt kijken gevaloriseerd of begrepen wordt. Participatief werken betekent niet dat het gratis is, het zijn net heel arbeidsintensieve trajecten. Professionele ondersteuning of extra sociale begeleiding is essentieel om met een groep tot een bepaald resultaat te komen.


Genoten van dit artikel? Lees dan ook zeker het interview met Liselotte, daarin ontdek je hoe cultuurparticipatie de afgelopen 15 jaren evoluëerde in het jeugdwerk.